Samenwonen ondanks lagere bescherming populairder dan huwen

 

Samenwonen mag dan wel makkelijker en minder bindend “lijken” dan trouwen, maar er blijven dan ook belangrijke verschillen tussen feitelijk samenwonen, wettelijk samenwonen en huwen.
Als koppels beslissen om te scheiden zijn ze vaak verbaasd als ik de verschillen uitleg tussen gehuwd zijn of feitelijk of wettelijk samenwonen. Het gaat niet enkel over het feit dat wettelijk samenwonen zonder samenlevingscontract quasi gelijk staat met een stelsel van scheiding van goederen voor gehuwden, maar er zijn nog andere verschillen waarbij koppels niet altijd stil staan. Voorbeelden daarvan zijn onder meer de beroepsinkomsten, erfenisrecht van de onroerende en roerende goederen, pensioencompensatie, persoonlijk onderhoudsgeld voor een partner. Hierna een artikel dat enkele van deze elementen bespreekt.

Tussen 1 januari en 10 juni van dit jaar hebben 32.510 Belgen laten registreren dat ze wettelijk samenwonen. In dezelfde periode kozen 24.372 mensen voor een huwelijk. Voor het eerst ligt het aantal nieuwe wettelijk samenwoners daarmee boven het aantal jonggehuwden. Hoewel de grootste verschillen tussen beide stelsels al zijn weggewerkt, blijven er nog enkele over.

Een eerste verschil geldt voor de beroepsinkomsten. Indien de gehuwden geen huwelijkscontract afsluiten via een notaris is op hen het wettelijk stelsel van toepassing. Daarbij komen alle inkomsten uit beroepsactiviteiten na de huwelijksdatum toe aan de gemeenschap van de gehuwden. Ze worden dus als gezamenlijke inkomsten beschouwd. Bij samenwonenden behoudt elkeen daarentegen zijn eigen beroepsinkomsten. Voorts zijn getrouwde koppels verplicht elkaar te helpen. Ongehuwd samenwonenden hoeven dat niet te doen, tenzij ze hierover schriftelijke afspraken hebben gemaakt. Het ander verschil komt tot uiting bij het overlijden. Op dat moment erft de overblijvende echtgenoot altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning met alle huisraad en meubilair. Dit betekent dat wie overblijft in het huis mag blijven zolang hij leeft, zelfs al was dit voordien volledig eigendom van zijn of haar partner. De kinderen kunnen de langstlevende niet verplichten het huis te verlaten. Bij een wettelijke samenwoning heeft de langstlevende partner geen zekerheid dat hij in de gezinswoning kan blijven wonen indien hij geen eigenaar is. De bezitter van het pand kan er bij testament anders over beschikken. Hij kan die dus na zijn dood een andere bestemming geven, zelfs zonder dat zijn partner hiervan op de hoogte is. Is er geen testament, dan krijgt de langstlevende partner wel het vruchtgebruik van de woning en de huisraad. (Belga)

Echtscheiding
Tags: 
Samenwonen
Categorie: 
Bel of mail voor een afspraak om u te begeleiden om tot een oplossing te komen

Getuigenissen