Voor het eerst zijn er in België meer wettelijk samenwonenden dan huwelijken. Maar is samenwonen wel zo’n slimme keuze? Hebben gehuwden niet nog steeds meer voordelen?

Vaak is de keuze om niet in het huwelijksbootje te stappen een pragmatische beslissing. Een huwelijk brengt meer rompslomp met zich mee, en vaak zijn er andere prioriteiten (kinderen, verbouwingen, ...). Er lijkt bij Belgische koppels ook weinig animo te zijn voor een snel afgehandeld burgerlijk huwelijk - we trouwen minder vaak, maar als we het doen willen we het wel ineens goed doen.

Bij deze vergelijking naar de belangrijkste verschillen tussen beide stelsels gaan we uit van de standaardsituatie. Als we het over een huwelijk hebben, dan is het dan een huwelijk onder het wettelijk stelsel, en met samenwonenden bedoelen we wettelijke samenwoonst. Het is ook mogelijk om feitelijk samen te wonen, om te trouwen met een contract, of om een samenlevingscontract af te sluiten bij het wettelijk samenwonen. Die opties laten we even links liggen, en daarover gaat u best te rade bij een notaris.

De fiscus

Fiscaal is er alleszins al geen verschil meer tussen trouwen en wettelijk samenwonen. De fiscus heeft zowat alle verschillen tussen getrouwden en samenwonenden de voorbije jaren weggeveegd. In beide stelsels worden beide partners belast op de gemeenschappelijke en de persoonlijke inkomsten, en er is ook slechts één gemeenschappelijke belastingaangifte in te vullen.

Pensioen

Ook voor de berekening van het pensioen is er geen wezenlijk verschil meer tussen trouwers en samenwonenden, gesteld dat beide partners een volledige loopbaan achter de rug hebben. Als slechts een van de twee gewerkt heeft, wordt het pensioen van de werkende partner in het geval van een huwelijk verhoogd met 15%. Samenwonenden hebben geen recht op zo’n gezinspensioen. Bij hen is het dus ieder voor zich, wat het pensioen betreft.

Het overlevingspensioen is een belangrijk voordeel dat is voorbehouden voor getrouwde koppels. Als een van beide partners in een huwelijk overlijdt, krijgt de echtgeno(o)t(e) onder bepaalde voorwaarden zo'n aanvullend overlevingspensioen. Bij wettelijk samenwonenden valt de overblijvende partner uit de boot.

Erfenis

Bij een overlijden heeft de overblijvende echtgenoot van een huwelijk altijd recht op een deel van het nalatenschap, waaronder het vruchtgebruik op de gezinswoning (inclusief alle huisraad en meubilair). Eventuele kinderen of andere erfgenamen kunnen de langstlevende dus niet verplichten het huis te verkopen.

Ook bij samenwonenden verkrijgt de overblijvende partner sinds 2007 het vruchtgebruik van de woning, zonder dat daar een testament voor nodig is. Het is echter wel mogelijk bij wettelijke samenwoonst om via een testament de partner te onterven - iets dat bij een huwelijk niet kan. Meer nog: zo’n onterving kan eenzijdig gebeuren, zonder dat de andere partner op de hoogte is. Een zogeheten ‘beding van aanwas’ geeft meer zekerheid, omdat elke partner bij een overlijden dan zijn deel van het eigendom afstaat aan de andere.

Arbeidsongeval

Werkgevers hebben een arbeidsongevallenverzekering voor al hun werknemers, en bij een dodelijk werkongeval krijgt de huwelijkspartner dan een uitkering. Die regel geldt niet voor samenwonenden, tenzij dat notarieel werd vastgelegd in een apart samenlevingscontract.

In goede en in kwade dagen

Het is meer dan zomaar een zinnetje dat wordt uitgesproken bij de huwelijksgeloften. Juridisch gezien verbinden huwelijkspartners zich ertoe elkaar hulp en (financiële) bijstand te verlenen en ‘het nodige te verschaffen’. Wettelijk samenwonenden hoeven dat niet te doen. Bij een eventuele breuk moet er dan ook geen onderhouds- of alimentatiegeld worden betaald, ook niet als een van de twee bijvoorbeeld thuis is gebleven om voor de kinderen te zorgen. Voor kinderen is er overigens wel altijd een onderhoudsbijdrage.

Een ander, hopelijk niet zo doorslaggevend element is dat wettelijk samenwonenden niet hoeven te beloven elkaar trouw te blijven - iets wat een getrouwd koppel wel moet doen.

Kinderen

Bij kinderen binnen een huwelijk veronderstelt de wetgever dat de echtgenoot ook de vader van het kind is. Bij samenwonende partners moet de vader zijn kind uitdrukkelijk erkennen bij een ambtenaar van de burgerlijke stand. Als die erkenning achter de rug is - de moeder moet uiteraard ook akkoord gaan - heeft de vader dezelfde rechten (en plichten) als zijn getrouwde tegenhanger.

Als een van de partners beslist om te stoppen met werken om voor de kinderen te zorgen, is een huwelijk overigens nog steeds de betere optie. Bij een overlijden of een relatiebreuk is de overblijver, die geen inkomen heeft, dan beter beschermd. Het inkomen van de werkende partner wordt dan immers beschouwd als ‘gemeenschappelijk vermogen’, waarop de andere helft deels recht heeft. Ongehuwd samenwonenden hebben zo’n gemeenschappelijk vermogen niet.

Problemen?

Als er een haar in de boter komt te zitten, heeft wettelijk samenwonen als ‘voordeel’ - als u het al zo wil noemen - dat het sneller ongedaan kan worden gemaakt. Huwelijkspartners moeten dan een hele echtscheidingsprocedure doorlopen. Wettelijke samenwoonst kan stopgezet worden aan het loket van de burgerlijke stand van het gemeentehuis.

De Standaard – auteur: ast

Echtscheiding
Tags: 
Tips huwelijk, Samenwonen, Huwelijksvermogensrecht, Pensioen, Erven, Groepsverzekering, Verzekeringen
Categorie: 
Bel of mail voor een afspraak om te zien wat wij voor u kunnen betekenen

Getuigenissen