Een echtscheiding: net voor kerstmis, het vredefeest bij uitstek, maar niet voor Wim en Sofie. Ze zijn elkaar verloren, gaandeweg. Na 12 j huwelijk gebeurde wat hun leven een wending gaf; het verlies van hun zoontje Sander. En nu 37 jaar later hebben ze de lijn getrokken. “Het Is genoeg geweest”, zegt Wim. “Het Is goed zo”, zegt Sofie.

Er is heel wat moeten gebeuren om de partners samen te laten kijken naar hoe wat is gebeurd. Ook naar de gemiste kansen, het doof zijn voor elkaar, het blind zijn voor elkaars verdriet, het onvermogen om de dingen te verwoorden. Twee mensen die elkaars leven tot een hel hebben gemaakt, omdat ze beiden onmachtig waren om op een liefdevolle manier elkaar datgene te delen wat hun beiden verteerde: het sterven van hun zoontje Sander

Wim zit ineengedoken op de stoel, de schouders hoog als bescherming voor de volgende laag verwijten die Sofie over hem uitstort. Hij staart stil voor zich uit, op zijn wangen glijdt een traan langzaam naar beneden en valt op de glazen bemiddelingstafel.

“Wim kan niet klappen”, zegt Sofie. “Hij zegt bijna nooit iets”. Wim kijk haar aan met glazige ogen, doet zijn mond open… maar daar is Sofie weer: “Och hij gaat iets zeggen, een wonder.”

Voor Wim hoeft het niet meer, hij keert zich naar mij, zucht diep en vraagt of hij met mij alleen een klappeke kan doen. “Ja dat wil ik dan ook”, tatert Sofie uitdagend.

“Dat klappeke” was voor Wim een verademing. “Weet je Eric, zo gaat het al 49 jaar. Ze zit gedurig op mijn kap, ik kan niets goed doen. Doe dit, doe dat, alléé hoe heb je dat nu weer gedaan. Ik werd er ziek van, letterlijk. Ik heb kanker, maar ze weet het nog niet. Ik verwijt het haar niet maar in mijn binnenste voel ik dat ze er voor veel, om niet te zeggen, er voor alles tussen zit. Het is niet meer leefbaar. Ik sta versteld van mezelf dat ik het zolang heb uitgehouden. Natuurlijk dat ik fouten heb gemaakt; scheiden is nooit alleen maar één zijn schuld. Maar mijn fouten waren eerder gebreken in mijn denken en handelen, ik ben wie ik ben.”

“Ik rouwde op mijn manier”

Wim vertelt, snikkend, dat alles is begonnen toen hun zoon Sander met zijn fiets omver werd gereden door een dronkelap. “9 jaar was Sander. Hij mocht voor de eerste keer alleen naar de bakker fietsen. Toen hij te voet het zebrapad overstak werd hij door een 4x4 meters weg gekatapulteerd. Hij was op slag dood.  Vanaf dat punt is Sofie veranderd. Ze was bitter, gaf mij de schuld dat ik Sander met de fiets had laten gaan. Zo ging het jaren door. Ze verweet me de ergste dingen, ze wist van geen ophouden. Wat me het meest raakte waren de verwijten dat ik er al lang over was. Gij hebt nooit gerouwd, zei ze dan. Ze moest eens weten. Maar ze wou niet weten, ze hulde zich in zelfbeklag, verzorgde zich niet meer. De kokette madam die ze was verviel op een jaar tijd tot een slonzige vrouw, haar stem veranderde zelfs, een gedaantewisseling was het. En ik rouwde op mijn manier, ik vertoefde uren in mijn atelier en draaide hout. Voor haar was het een wegvluchten in mijn kot, voor mij was het een verademing alleen te zijn, met Sander in mijn hart, met hem praten, al houtdraaiend met mijn machien.’t Ventje zit in heel mijn lijf. Maar ik kan er inderdaad niet over klappen. Weet je, ’t is de eerste keer in 37 jaar dat ik er met iemand over praat.”

Wim stuikt in mekaar, slaat de handen voor de ogen en weent hartstochtelijk. Zijn lichaam schokt. Na enige tijd vraag ik Wim hoe het voelt als hij aan Sander denkt. “Het wordt dan warm vanbinnen”, zegt Wim. “Er is iets weemoedigs in mij, het snijdt als een mes, soms. Want door de jaren heen heb ik het verlies in mijn leven een plaats gegeven. Niet verwerkt, dat doet een mens nooit. En aanvaarden is ook zo’n onwaarschijnlijk werkwoord als het gaat over de dood van een kind van 9 jaar. Ne mens aanvaardt dat niet. Dat gaat niet. Leren mee leven. En dat gaat. Maar die jarenlange aanvallen van Sofie op mijn manier van rouw-beleven hebben me vanbinnen leeg gevreten. Het is net of de ratten vreten me vanbinnen op.”

Op mijn vraag wat hij van de scheiding verwacht, antwoordt Wim snel: “Rust, eindelijk rust. Alleen zijn, geen gezeik meer aan mijne kop, geen verwijten, niet meer dat eindeloos gedraas dat me zot maakt. Rust en vrede in mijn hart. ’t Is genoeg geweest. Ik ben nu 73 jaar, ik had het veel vroeger moeten doen maar ik hoopte dat het ooit beter zou worden. Maar niets daarvan, het werd met de jaren erger. En dan houdt het eens op. Ik heb het gehad.”

“Heel de wereld is tegen mij”

Het gesprek met Sofie loopt anders. “’k Zal ik eens zijn boekje open doen”, zegt ze strijdlustig. Ik onderbreek haar en vraag hoe zij naar de scheiding kijkt. “Ja, ’t is mooi, hij laat me stikken. Hoe moet het nu verder? Ik ben 71 jaar.” Op mijn vraag hoe ze de relatie met haar man Wim ervaart, schieten haar ogen vuur: “Relatie, relatie. Niets daarvan. Ik bestond niet voor hem. Gaan werken en als hij thuis kwam, eten en zijn kot in: hout gaan draaien. Heelder bomen heeft hij door zijn machien gedraaid”.

Ik vraag haar hoe zij het verlies van Sander ervaart. Nu breekt haar stem: “Hoe weet jij dat? Heeft hij dat verteld?” Ongeloof klinkt door haar stem heen. “Hij heeft nooit gerouwd. Na de begrafenis was hij er mee klaar, hij vluchtte van me weg in zijn houtkot.Naar mijn verdriet vragen deed hij niet. 'k Heb het helemaal alleen moeten doen. En dat is zwaar, weet je”. Het gesprek kabbelt voort en Sofie haar stem wordt minder snijdend, de scherpte gaat er af. De bemiddelaar heeft niets tegen haar. Dat maakt haar milder. “Weet je Eric heel de wereld is tegen mij. Zo ervaar ik het. Ik stond en sta er nog alleen voor. Ik voel me alleen gelaten. En ik ben kwaad, precies op iedereen. En daar word ik zelf niet beter van, dat weet ik, maar ik kan 't niet keren”. Ik vraag haar hoe ze met het verlies van Sander omgaat. “Ik ga er mee slapen en ik sta er mee op. Na al die jaren kan ik er met geen mens over praten, en Wim doet er het zwijgen toe.” Als ik haar vraag of ze er in mijn bijzijn met Wim wil over praten, zegt ze strijdlustig: “Dat wil ik wel zien. Wim die iets over Sander zegt.”

“Het is ons niet gelukt om elkaar in het verlies nabij te komen”

We zitten samen in de ontvangstkamer en ik open het gesprek met de vraag of ze bereid zijn om over Sander te praten. Ja, dat willen ze. Sofie kijkt met grote ogen naar Wim, want ze had dit niet verwacht. Vragen stellend laat ik Wim aan het woord en kom regelmatig tussen om Sofie te vragen om te luisteren naar Wim. Seffens is zij aan de beurt. Gaandeweg het spreken van Wim wordt Sofie zichtbaar ‘kleiner’. Ze krimpt als het ware: de struise weerbare vrouw zinkt in mekaar, ze kijkt Wim aan, tranen wellen in haar ogen op en spoedig stromen ze over haar wangen. Wim zit ook te snotteren maar maakt zijn verhaal af: hoe hij op zijn manier al die jaren heeft geleden. Hoe moeilijk hij het had met het verlies van Sander, hoe hij zich telkens aangevallen voelde door Sofie en dat hem dat telkens de mond snoerde en zo  uiteindelijk koos voor een algeheel stilzwijgen. Zijn tranen liet hij de vrije loop in zijn atelier al hout draaiend. Symbool voor Wim hoe het verlies zijn ganse leven heeft ‘verdraaid’ en anders gemaakt. Ook zijn huwelijk, en hoe treurig hij het vindt dat ze er niet zijn in gelukt om elkaar in het verlies nabij te komen.

Sofie weet zich geen houding te geven, ze is in een kwartier tijd precies een ander mens geworden. Ze zit er als verslagen bij, stamelt dat ze het nooit heeft geweten wat er bij Wim omging. Dat ze zich wel voor de kop kan slaan dat ze zo eigenzinnig was en elke communicatie deskundig de nek heeft omgedraaid. Maar ze betreurt dat Wim geen stap in haar richting heeft gezet.

Elkaars pijn zien

Ik vraag Wim en Sofie of ze elkaar willen aankijken, zodat ze mekaars pijn zien. Een moeilijk en cruciaal moment, maar ze doen het. Onwaarschijnlijk wat er dan gebeurt: Sofie steekt haar hand uit en Wim legt er aarzelend zijn hand in. Geen handdruk maar een schroomvol verbindend lichamelijk contact. Ik vraag of ze even alleen willen zijn. Neen dat willen ze niet. Zegt Wim: “Jij Eric hebt mij ertoe gebracht om datgene uit te spreken wat ik tegen geen mens heb durven zeggen. Jij hebt mijn hart geopend en me de moed gegeven om Sofie aan te kijken en mijn hand te leggen in haar hand.” Sofie haar schouders schokken op en neer en ze stamelt “dank je wel”.

Ik laat de stilte voor wat ze is. Na enkele tijd vraag ik hoe het verder moet. Wim zegt: “Afwerken wat we bij jou begonnen zijn. We scheiden.” Sofie beaamt: “Ik ben blij om wat vandaag is gebeurd maar opnieuw beginnen, dat kan niet meer en dat wil ik ook niet meer”.

Ik respecteer hun beslissing, we maken een nieuwe afspraak. Eén bijeenkomst later is er een akkoord. Wonderwel op een milde manier tot stand gekomen. Ik heb de echtscheiding ingeleid en de verschijning is gepland, net vóór kerstmis…

Niets blijft voor altijd hetzelfde

Een bemiddelaar is ook maar een mens en het is soms niet vanzelfsprekend om de knop om te draaien met wat ik mag horen. Zelf ook een kind verloren, onze Jeroen toen hij zes jaar was. Zeven jaar geleden mijn echtgenote Lea gestorven. Maar nu terug getrouwd met Annemie, van harte. Ik ben gelukkig maar anders dan ervoor. Niets blijft voor altijd hetzelfde.
Wim en Sofie, zullen me voor altijd bijblijven. Sofie in den beginne als de furie, de vurige vrouw. Wim als uit steen gehouwen beeld, woordeloos. En dan die metamorfose: Sofie ontdaan van haar trots en zekerheid, zachter geworden, milder naar Wim toe. En Wim, opgelucht en tevreden dat hij heeft kunnen zeggen wat al jaren op zijn tong brandde.

Twee mensen die elkaar verloren, die elkaars leven voor een groot deel hebben verwoest omdat ze er niet zijn in geslaagd om hun beleven rond het verdriet om Sander, bij elkaar te leggen. Zo als twee eilanden van elkaar weggedreven. En dan bij mij aan de bemiddelingstafel heel even die flits van verbondenheid. Maar uiteindelijk gescheiden en op zichzelf, elk hun eigen leven, op hun 71 en 73ste.

Ik hou een warm gevoel over aan deze bemiddeling en denk aan de tekst die in een grote leisteen gebeiteld aan onze voordeur staat:

“Het is wat het is, omdat het zo geworden is…”

Noot: de namen in dit artikel zijn niet de echte namen.

Blijf niet met vragen zitten, maar maak een afspraak. Neem contact: via telefoon 03 535 30 01 of via mail info@neobemiddeling.be

Het is nooit te laat om te zeggen wat moet gezegd worden, 
maar de manier waarop je het zegt is bepalend hoe het bij de ander binnen komt

 

Echtscheiding
Tags: 
scheiden, echtscheiding, Communicatie
Categorie: 
Bel of mail voor een afspraak om u te begeleiden om tot een oplossing te komen

Getuigenissen